Dit nummer heb ik kennis mee gemaakt toen ik een jaar of 14 was. Ik zat bij een muziekvereniging, Crescendo, lekker creatieve naam voor een muziekvereniging ook maar dat zij ze vergeven. We hadden een groep wat DMP werd genoemd en dat stond voor Drummers, Marjorettes, Pijpers (dwarsfluiten & piccolo’s). Elk jaar hadden we samen met de brassband van Crescendo een groot optreden met thema en in een van die jaren was dit hét nummer wat we gezamenlijk speelden. Kippenvel om dat te horen met alle instrumenten op elkaar afgestemd. Vanaf dat moment wist ik echt wat liefde voor muziek was.
Die liefde was al veel eerder ontstaan, in de auto als mijn vader weer eens Radio 10 Gold op had staan, het gezamenlijk meezingen met nummers van Queen en andere grote artiesten. En dan had je natuurlijk de “verplichte” AMV (Algemene Musische Vorming). Mijn blokfluit. Ik heb hem nog steeds en speel er nog vaak op. Na die 2 jaar AMV ben ik altijd blijven spelen, eerst op de basisschool bij de liederen die we elke week moesten leren als klas, ook thuis bleef ik veel fluiten. Ik was dan ook als een kind zo blij toen ik voor mijn 10e verjaardag mijn eerste echte houten blokfluit kreeg.

Op de middelbare school werd ik een beetje zat van altijd alleen maar dezelfde fluit bespelen en ging ik op altfluitles. Voor de niet-kenners: die is een maatje groter dan de “gewone” blokfluit (sopraan) en geeft zodoende ook een lagere en warmere klank. Daar leerde ik ook gelijk de sopranino bespelen (die is juist weer een maatje kleiner en geeft een hogere en schellere klank). De altfluit en sopranino hebben dezelfde grepen voor de verschillende noten, die weer anders zijn dan bij de sopraan.
Na 2 jaar had ik het wel gezien en ging ik dus bij de muziekvereniging. Daar kreeg ik een piccolo. Dat is het kleine zusje van de dwarsfluit en geeft ook een hoge en schellere klank. Wat op straat niet slecht uit kwam aangezien we daar ook veel speelden (denk aan: Sinterklaas, avondvierdaagse, stadsfeesten, enz.). Ik heb dat met veel plezier gedaan maar toen ik rond de 16 kwam werd DMP omgezet in een marchingband waar de piccolo’s en dwarsfluiten niet meer bij pasten en wou ik toch wel heel graag ook dwarsfluit leren spelen, juist om die warme klank. Zodoende ging ik op fluitles bij een dame die ook eens les had gegeven bij de muziekvereniging. Ik heb dat nog 3 jaar gedaan en ook daar weer veel geleerd.

Ik ben altijd veel muziek blijven maken. Tot een paar jaar terug heb ik ook nog pianoles en gitaarles gehad, daar ben ik helaas nog niet zo heel goed in geworden omdat deze instrumenten net wat meer aandacht nodig hebben die ik op dat moment niet kon geven.
Nou begon een van mijn kinderen afgelopen week over pianoles, mijn kind! Ik was zo blij! Ik heb niks liever gewild dan dat mijn kinderen ook de liefde voor muziek kunnen vinden. Het blijkt dat ik die liefde in mijn genen wel heb meegegeven. Ze zingen al aardig mee met Queen en een paar andere grootheden die elke dag wel mijn huis voorzien van de nodige muziek. En het mooiste is hierbij: ik kan dan ook eindelijk mijn pianoskills weer gaan bijwerken! Ik kan niet wachten!

Music was my first love, and it will be my last.
Music of the future, and music of the past
To live without my music, would be impossible to do
In this world of trouble, my music pulls me through.
~ John Miles 1976 ~